Geschiedenis Bloemencorso

Van Optocht naar Corso

Vooral in de laatste week voor het Volksfeest, dat iedere laatste vrijdag en zaterdag van augustus plaats vindt, bruist en borrelt Winterswijk van activiteit. De corsowagenbouwers brengen de definitieve vormen aan, zodat de bloemen zonder verder tijdverlies opgeplakt en gegroepeerd kunnen worden met maar één bedoeling: het pronkstuk moet vrijdagmorgen op tijd klaar zijn voor het corso, de optocht van de bloemenwagens. Die geweldige bedrijvigheid, aan het feest voorafgaand, doet geleidelijk aan een buitengewoon feestelijke stemming ontstaan in het dorp, die haar climax vindt in de beide volksfeestdagen.

Honderd jaar geleden was het natuurlijk niet veel anders. De stoet was wel anders. In de eerste jaren zijn er al fakkeloptochten en optochten te paard, gevolgd door een wedren. In 1895 en 1896 besluit het bestuur een gecostumeerde optocht te houden, die in beide jaren het bedrag van fl 350.- niet te boven mag gaan. In die stoeten trekt de hele vaderlandse geschiedenis aan de toeschouwers voorbij: Batavieren, hertogen en graven, stadhouders en prinsen van Oranje, radens uit Nederlands-Indië, de radjah van Lombok, er komt geen eind aan.
Met het oog op het belangrijke jaar 1898 (Volksfeest bestaat 10 jaar en prinses Wilhelmina zal als Koningin ingehuldigd worden) komt er in 1897 een voorstel bij het bestuur om de feesten en optochten over te slaan. De plaatsvervangend president J.B. te Hennepe voelt daar niets voor: Hij zegt: “Er heeft nog nimmer ontmoediging in de boezem van het bestuur geheerst en dat mag ook nu niet, feestvieren zullen wij en goed ook.” Hij doet vervolgens het voorstel “een grote, gecostumeerde fietsoptocht met versierde rijwielen te houden en in de feesttent door jonge dames en heren een voorstelling in het zaalrijden te doen geven.”

De optocht te paard blijft -met muziek- en na afloop ringsteken te paard met de floret en natuurlijk de fakkeloptocht. Dat jaar 1897 mocht er wezen!
In 1898 komen er zoveel wagens in de optocht dat de commissie voor de optocht meedeelt (bij monde van C.P. ten Houten) dat het moeilijk is het Weurden met de wagens te passeren. Tevens verzoekt hij de afgevaardigden van de verschillende straten “te willen zorgen, dat er zoo weinig mogelijk uitstekende deelen zijn aan de binnenzijde der versieringen der straten.”

In 1899 is er een optocht van “versierde wagens en rijwielen, automobielen, groepen historische personen te paard, enz. enz.” De Commissie van de Optocht laat haar voorzitter het volgende mededelen in zijn verslag: “over de deelname aan den grooten optocht op 31 augustus,… de deelname is nog niet erg groot.” De kostuums worden elk jaar in Amsterdam gehuurd en de opstelling van de optocht is bij de tuin van Timmermans en Mulder, op de Wheme of op de Markt. Euphonia, een plaatselijk muziekgezelschap en een of twee Duitse korpsen uit Uerdingen zijn er ook steeds bij.
In 1900, 1901, 1902 en 1903 komen er wel steeds nieuwe elementen bij zoals bruidsstoeten uit Noord-Holland en Rusland en een internationale wieleroptocht, maar de historische groepen zijn niet uit de straten weg te branden, wat het bestuur eigenlijk begint te ergeren. Het dringt er steeds vaker en nadrukkelijker op aan versierde wagens in de optocht te brengen. Men raakt uitgekeken op de helden uit de vaderlandse geschiedenis.
In het jaarverslag van 1906 staat: “Het hoofdnummer van den optocht bestond uit een groot internationaal(!) bloemencorso. Daarachter(!) kwamen de overige groepen.”

Vanaf 1906 is het hoofdbestanddeel van de stoet een bloemencorso. in het jaarverslag van 1910 “….. een bloemencorso, waar toch het grootste succes mee was behaald; ’t hoort als het ware bij een feest, bij vrolijkheid, die pracht van bloemen in alle kleuren….” Het valt toch niet te ontkennen dat over ’t algemeen van een bloemencorso veel meer wordt verwacht dan b.v. van een historischen optocht”.
Dat bloemencorso heeft de toekomst.

Terug naar onze tijd

Al snel na het Volksfeest beginnen te wagenbouwers met een nieuw schetsontwerp voor het komende jaar, het uitwerken ervan en vervolgens het construeren, het belangrijkste.

Maar ook de Vereeniging Volksfeest begint weer na te denken over het komende jaar. De optochtcommissie en de bloemencommissie coördineren een aantal zaken, die een voorspoedig verloop van de optocht moeten waarborgen. Hoe groot wordt de stoet, hoe delen we de optocht in en waar komen de muziekkorpsen? Hoe kom je tegemoet aan de wensen van de deelnemers? Bij het vaststellen van de route moet rekening gehouden worden met de lengte van de optocht en de af te leggen afstand per dag met het oog op de duur van de stoet, wat voor de muziekkorpsen en de duwende en trekkende deelnemers van groot belang is. Een en ander uiteraard in goed overleg met de politie. Straten moeten worden afgesloten voor auto’s, obstakels vermeden en er moet voldoende ruimte zijn voor de grote wagens. Vooral het laatste heeft de afgelopen jaren tot aanpassingen geleid, die voor belangstellenden, zoals de zakenmensen en de horeca, erg vervelende of juist plezierige effecten kunnen hebben.

Van oudsher ligt het in de bedoeling de feestelijkheden in of in de directe nabijheid van de dorpskern plaats te laten vinden. Maar naarmate de optocht groter wordt, wordt de organisatie ervan gecompliceerder: de lus Weurden, Huininkmaatstraat, Eelinkstraat, Rusthuisstraat terug via Wooldseweg naar het Weurden had enige jaren geleden tot gevolg dat de kop van de stoet, terug op het Weurden, stilgezet moest worden, tot de staart de Huininkmaatstraat ingegaan was! Vervolgens kon de optocht verder.
Leden van de optochtcommissie, die met walkie-talkies het geheel begeleiden, lopen er niet geheel zonder reden. Ze hebben o.a. de opdracht de afstand tussen de wagens niet te groot of te klein te laten worden en een oplossing te bedenken voor wagens met pech, wat tot gevolg kan hebben dat er grote gaten in de optocht vallen, wat weer tot gevolg heeft dat de bevolking de straat opgaat, denkende dat alle wagens voorbij zijn en de optocht afgelopen is.
Ook het opstellen van de deelnemers voor het vertrek van de optocht begint moeilijker te worden. De wagens worden steeds groter, waardoor ze elkaar nauwelijks nog kunnen passeren. Soms gaat er wat mis en daar leert de commissie van, wier chef bezield leiding geeft en een meester is in de improvisatie.

De bloemencommissie, de naam zegt het, zorgt voor de bloemen. Enorme hoeveelheden, soorten en kleuren moeten beschikbaar zijn. Aanvoer en distributie moeten geregeld worden. Op de woensdagavond voor het feest komen de vrachtwagens met bloemen binnen uit Beltrum, Lichtenvoorde en Lisse en vaak nog uit andere plaatsen.

Ongeveer anderhalf miljoen bloemen moeten gelost worden en tijdelijk opgeslagen.
Die woensdagavond en -nacht zijn gezellig. Er wordt hard gewerkt door commissieleden en vrijwilligers en als de laatste slok op is, begint het sorteren op hoeveelheid en kleur. zodat de corsobouwers precies de gewenste bloemen kunnen afhalen.
Na de optocht op de eerste volksfeestdag moeten de prijzen vastgesteld worden. Een aparte jury heeft de vreselijk moeilijke taak de werkstukken van de deelnemers te waarderen. De juryleden zijn daar vrijwel de hele eerste dag mee bezig. Voor feestvieren is geen tijd.
De optocht opent de feestelijkheden, brengt de bevolking op de straat en een gezellige stemming. Soms wordt deze stemming extra opgewekt door geestige deelnemers, een enkele keer wekt de keuze van het onderwerp een beetje ergernis op. Ook dat moet kunnen. Als het thema beledigend wordt voor een bevolkingsgroep kan het Volksfeestbestuur weigeren zo’n wagen tot de optocht toe te laten, maar wie herinnert zich dat zoiets gebeurd is?
Voorbereiding, uitwerking en presentatie vinden plaats in goed overleg, zonder wanklank en daar zijn we trots op in Winterswijk.